Is dit nou fraude, of gewoon slim?

Over AI, toetsen en het grijze gebied daartussen 

Tijdens een training ‘Verdieping Examencommissie’ kwam het ter sprake. We hadden het over toetskwaliteit, betrouwbaarheid en wat je als examencommissie precies moet borgen.

Totdat een van de deelnemers zijn hand opstak: “We hadden laatst een student die een examenverslag had ingeleverd waarvan we vermoedden dat het door AI was geschreven. Maar ja… is dat dan fraude? Of is het gewoon slim gebruik van technologie?” 

Die vraag bleef even hangen in de ruimte.  En deze vraag is ook niet zo simpel te beantwoorden.  We raken hiermee de kern van iets groters. 
Want AI is er! En studenten gebruiken het. Wij toch ook? Dus heeft het invloed op de manier waarop we toetsen.  Of we dat nu willen of niet. 

Studenten gebruiken AI. Punt. 
Ik hoor het in alle trainingen. Studenten zetten ChatGPT of andere AI-tools in voor het schrijven van verslagen, het formuleren van antwoorden en het herschrijven van feedback. Soms openlijk, soms stiekem.  

Niet zelden komen begeleiders of assessoren ‘te mooie’ teksten tegen. Perfect taalgebruik of juist taalgebruik dat niet bij de student hoort. Een toon die niet past bij wat je eerder van de student zag. 

En dan komt de vraag: wat is nog van de student zelf? En maakt het uit hoe het tot stand komt, zolang het eindproduct aan de eisen voldoet? 

Wanneer is AI-gebruik bij examens eigenlijk fraude? 
Als een student een examen maakt waarin wordt gevraagd om een persoonlijke reflectie of visie, en hij laat die volledig door AI genereren, dan raken we aan de kern van het begrip ‘authenticiteit’. In zo’n geval is het werk niet meer van de student zelf, en spreken we van onrechtmatig gebruik, dus: fraude. 

Maar de werkelijkheid ligt vaak genuanceerder. Wat als een student AI gebruikt als hulpbron? Om zijn spelling te checken? Om structuur aan te brengen in zijn tekst? Om een opzet te genereren, maar die vervolgens zelf aanvult, wijzigt, verdiept. Dan komt het aan op de vraag: is het eindproduct nog wel aantoonbaar van de student zelf? Net als bij hulp van spellingcheckers of feedback van een stagebegeleider.

Het wordt pas problematisch als het bewijsmateriaal voor de beoogde leeruitkomst niet meer authentiek van de student is.  Dat vereist dus dat we heel scherp moeten zijn tijdens de constructie van de toets. 
– Wat vragen we precies van de student? 
– Op welke manier moet het bewijs laten zien dat de leeruitkomst behaald is? 
–  En: hoe borgen we dat het werk daadwerkelijk van de student zelf is? 

AI als collega in toetsontwikkeling 
AI speelt niet alleen een rol bij studenten!  Ook toetsconstructeurs ontdekken de kracht van deze slimme assistent. Niet als vervanging van expertise, maar als ondersteuning.
AI kan je helpen bij het:
– opstellen van voorbeeldvragen 
– formuleren van beoordelingscriteria 
– herschrijven van instructieteksten 

Soms zelfs nog eerder in het proces: bijvoorbeeld bij het vertalen van een kwalificatiedossier naar een eerste opzet voor een toetsmatrijs. 

En dat roept dus nieuwe vragen op: niet alleen over fraude, maar ook over de manier waarop we toetsen ontwerpen. Het blijft altijd mensenwerk. Maar AI kan wel zorgen voor een vliegende start door informatie te ordenen en je denkproces te structureren. 

En waar blijven wij dan, als toetsprofessionals?  
Want we kunnen er niet omheen: het toetslandschap verandert! Het gebruik van AI door studenten dwingt ons tot een herbezinning op onze toetsvormen.  Als een schriftelijk verslag eenvoudig door een tool gegenereerd kan worden, dan volstaat zo’n toetsvorm misschien niet meer. 

We zien nu al het belang van mondelinge examens, meer praktijkgerichte opdrachten of het toepassen van criteriumgerichte interviews.  Toetsvormen waarbij de student in het moment laat zien wat hij weet, vindt of kan. Dat maakt het afnemen van examens vaak intensiever en tijdrovender, maar mogelijk ook eerlijker en effectiever in deze tijd. 

Tot slot –  een vraag aan jou 

Een deelnemer stelde dus een heel goede vraag: “Wanneer is het fraude, en wanneer gewoon slim gebruik?”  

Mijn antwoord? “Het hangt ervan af.” Misschien een onbevredigend antwoord, maar dat grijze gebied is precies waar we nu zitten. 

AI is niet meer weg te denken. Het vraagt van ons, als toetsprofessionals, dat we opnieuw nadenken over wat we toetsen, hoe we dat doen, en hoe we recht blijven doen aan zowel de student als het leerproces. 

👉 Hoe wordt binnen jouw instelling gesproken over AI en toetsing? En welke keuzes maken jullie al in de praktijk? 

En ja, AI is ook gebruikt als ondersteuning om deze blog te schrijven 😉 

Comparatief kalibreren: samen scherper kijken

Steeds meer opleidingen stappen over op holistisch beoordelen van studentproducten. Mooi, maar ook spannend. Want hoe zorg je er als team voor dat je oordelen goed op elkaar afgestemd zijn?

Bij een hogeschool waar wij recent trainden, hebben ze het roer omgegooid: afstuderen gebeurt er nu op basis van een integrale beoordeling van het eindwerk. En juist omdat holistisch beoordelen vraagt om goede afstemming, zijn we met de beoordelaars aan de slag gegaan met kalibreren.

Het doel? De kwaliteit van de beoordelingen vergroten en borgen door samen in gesprek te gaan over eindproducten van studenten. Niet om één oordeel af te dwingen, maar om gedeelde inzichten te ontwikkelen. We kozen hierbij voor de methode van comparatief kalibreren.

Hoe werkt comparatief kalibreren?

Deze methode werkt als volgt:

  • Je kiest drie studentenproducten (kandidaat A, B en C) uit.
  • Je laat de deelnemers vervolgens de drie producten rangschikken (van laag naar hoog) en hun beoordeling onderbouwen.
  • Zorg dat er drie werkplekken zijn waar meerdere mensen aan kunnen zitten.
  • Laat de deelnemers die kandidaat A als hoogst hadden aan de eerste tafel zitten, deelnemers die kandidaat B als hoogst hadden aan de tweede en die kandidaat C hadden aan de derde tafel zitten.
  • Vraag 1 deelnemer van de lage groep zijn holistische score te onderbouwen, de rest van die groep mag uiteraard aanvullen. Vervolgens vraag je hetzelfde aan iemand van groep B en dan van groep C.
  • Verder gewoon de standaardmethode van kalibreren toepassen. Iedereen mag dus aan het woord komen. Het gaat er nu niet om, om tot 1 oordeel te komen, maar om deze methode van beoordelen en kalibreren te leren.
  • Vraag na afloop of de deelnemers hun score n.a.v. de kalibreersessie hebben aangepast.

Beoordelaars brengen in deze methode hun eigen expertise in. Ze vergelijken de studentproducten op een holistische manier: niet door af te vinken, maar door een totaalbeeld te vormen.

Door daar samen het gesprek over te voeren, ontstaat er iets waardevols: een gedeeld referentiekader. Wat verstaan we binnen dit team eigenlijk onder ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘uitstekend’?

Die gezamenlijke afstemming leidt tot meer kwaliteit én meer vertrouwen in de beoordeling. Natuurlijk kun je ook meer producten met elkaar vergelijken als dat mogelijk is. Daardoor krijg je een steeds scherper beeld.

Comparatief beoordelen wordt gezien als een valide en betrouwbare methode, vooral voor beoordelen met meerdere docenten (McMahon & Jones, 2015).

Lijkt je dit ook een geschikt manier van kalibreren jullie met je team? Of heb je er zelf ervaring mee?

De Staat van het Onderwijs 2024

Samen met mijn collega Inge de Jager waren we aanwezig bij de jaarlijkse presentatie van de Staat van het Onderwijs tijdens een congres in DeFabrique in Utrecht op 17 april. Deze werd dit jaar uitgereikt door Ria Westendorp, waarnemend inspecteur-generaal van het Onderwijs. Naast de presentatie van het rapport waren er diverse workshops en activiteiten rondom verschillende thema’s uit De Staat van het Onderwijs 2024. Elk jaar lijkt de publiciteit rond het rapport verder toe te nemen en ook dit jaar kon iedereen weer via een livestream kennisnemen van de presentatie.

We weten dat het onderwijs in zwaar verkeert, de basisvaardigheden achteruit gaan en er een tekort aan leraren en schoolleiders is. Dus waarom er toch naartoe gaan? Omdat ik altijd op zoek ben naar inspiratie, wil weten wat de laatste ontwikkelingen in onderwijs en examinering/afsluiting zijn en natuurlijk ook omdat dit een plek is waar je mensen met een gedeelde passie voor onderwijs kunt ontmoeten.

Onderzoek naar Kwaliteit

Uit onderzoek van de Inspectie (2023) naar de kwaliteit van scholen blijkt dat er nog steeds veel scholen en opleidingen (80%) het onderwijs van de basisvaardigheden op orde hebben en het lerarentekort er klein is. Deze scholen dragen zorg voor kansengelijkheid, bieden kwetsbare leerlingen extra ondersteuning aan, hebben aandacht voor het welbevinden van leerlingen en studenten en bieden kansen op goede doorstroom van hbo naar wo. Hoe mooi is het als deze best practices worden gedeeld. Maar of dat voldoende is, betwijfel ik. Structurele financiering en niet afhankelijk zijn van subsidies helpen om docenten blijvend aan je te binden. Estland lijkt het goed op orde te hebben, lees ik. En daar begint het toch echt bij een op leraren gericht beleid.

Professionalisering

Professionalisering trekt natuurlijk altijd mijn aandacht. De inspectie ziet dat er scholen en opleidingen zijn met een effectieve aanpak van professionalisering, waardoor elke docent goed toegerust voor de klas staat. Door professionalisering kunnen onderwijsprofessionals beter worden in hun werk en dat kan de onderwijskwaliteit en leeruitkomsten voor leerlingen en studenten verbeteren. Dit geldt voor leraren (Sims et al., 2021), maar ook professionalisering van andere onderwijsprofessionals zoals schoolleiders, opleidingsmanagers of bestuurders kan hieraan bijdragen (Schenke et al., 2022). Door effectief te professionaliseren werk je niet alleen aan de kwaliteit van het onderwijs maar bind je leraren en docenten aan je school.

Leraren ervaren veel autonomie bij scholingskeuze

Voor de meeste leraren en docenten is de eigen leerbehoefte of interesse de belangrijkste aanleiding om deel te nemen aan professionaliseringsactiviteiten. Mbo-docenten noemden in gesprekken dat ook ontwikkelingen in het bedrijfsleven een aanleiding kunnen zijn. Leraren en docenten ervaren veel vrijheid bij de keuze voor een activiteit: het initiatief tot scholing komt maar in beperkte mate vanuit de schoolleiding.

Effectiviteit van professionalisering

Uit onderzoek blijkt ook dat professionalisering effectiever kan waardoor professionaliseringsactiviteiten een grotere bijdrage leveren aan het onderwijsproces. Dit kan door de activiteiten beter aan te laten sluiten bij de doelen van de school en door de activiteiten te evalueren. Om tot onderwijsverbetering te komen, moet het professionaliseringsproces minder vrijblijvend zijn en prioriteit krijgen. Een stimulerende leercultuur en een ondersteunende leidinggevende helpen om de effectiviteit van professionalisering te vergroten volgens leraren, schoolleiders en bestuurders. Met een helder beleid kunnen besturen het professionaliseringsproces binnen scholen en opleidingen faciliteren en borgen. Vooral in het Hoger Onderwijs is helder dat professionalisering gefaciliteerd en gestimuleerd moet worden. Ook wij merken dat veel deelnemers tijdsdruk ervaren, en niet alleen in het Hoger Onderwijs maar ook in het mbo.

Zorg voor beleid en een stimulerende werk-leercultuur

Als je dus wilt dat scholing effectief is zorg er dan voor dat er tijd en ruimte wordt vrijgemaakt voor professionalisering, stel prioriteiten en volg het op. Professionalisering moet je dus niet af en toe hap snap doen, maar onderdeel laten zijn van beleid, zorg voor een langetermijnperspectief en een stimulerende werk-leercultuur. Mijn collega Inge de Jager heeft hier een mooie blog over geschreven: De waarde van Samenwerkend Leren.

Succesfactoren volgens de leraren en docenten

Leraren en docenten noemden een aantal succesfactoren voor professionalisering die zij als effectief ervaren (Inspectie van het Onderwijs, 2024n). Zo noemden zij professionalisering op maat. Daarbij sluit de inhoud van de activiteit aan op hun kennisniveau en is het direct toepasbaar in de praktijk. Ook noemden zij leren door te doen, vooraf helder communiceren over het doel van de training en samen met collega’s leren en daarbij ervaringen kunnen delen als succesfactoren. Daarnaast benoemden zij leren door vanuit andere perspectieven te kijken. Hiermee bedoelen ze bijvoorbeeld andere scholen of instellingen bezoeken, maar ook het observeren van een collega of gesprekken voeren met iemand uit een ander vakgebied.

Wat neem ik mee van de Staat van het Onderwijs?

Uit de Staat van het onderwijs en het congres word ik bevestigd in wat ik zie bij onze scholen en deelnemers. Het is heel stimulerend voor deelnemers als ze zelf invloed hebben in wat ze mogen kiezen. En als docenten verplicht op training moeten, omdat het beleid is dat je om de drie jaar geschoold moet zijn in je assessorrol bijvoorbeeld, zien we dat deelnemers het toch zinvol vinden, doordat ze op maat een training krijgen aangeboden die toepasbaar is in hun eigen praktijk. De opleidingsmanager moet dan natuurlijk wel weten wat de behoefte is van de docenten uit het team. Dus maatwerk moet het liefst afgestemd worden met de deelnemers zelf. En heel soms gaat in die afstemming helaas mis.

Het doel van de professionalisering moet helder zijn en de inhoud passend bij de eigen werkzaamheden van de docenten. Door te professionaliseren met leden van je team kun je goed met elkaar op één lijn komen. En door te scholen met deelnemers van andere opleidingen kom je op nieuwe ideeën. Zo stimuleren en leren deelnemers van elkaar door te kijken vanuit andere perspectieven. Het mooie van mijn vak is dat met professionalisering je verschil kunt maken. De docenten zijn beter in staat hun taken goed uit te voeren waardoor studenten een goede opleiding volgen met als resultaat een diploma van waarde.

De Staat van het Onderwijs 2024 en de deelrapporten voor mbo en ho zijn op de site van het ministerie van onderwijs te downloaden.

Omarm de speelse geest

De kracht van het spel bij de implementatie van een onderwijs- en toetsvisie

Met verschillende docententeams ontwikkelen wij regelmatig nieuwe onderwijs– en toetsvisies. Bij het ontwikkelen van een visie, is het van groot belang dat de visie breed gedragen wordt en dat de inhoud voor een groot deel ontstaat door de input van docenten, diegenen die de onderwijs- en toetsvisie ook gaan uitvoeren. Toch horen wij ook andere verhalen: niets is zo demotiverend als een over de schutting gegooide onderwijs- of toetsvisie met in de mail de boodschap: ‘Dit is vanaf nu onze visie, pas het toe in je eigen onderwijs en laat het maar weten als je nog vragen over de visie hebt’. En toch zien we dat nog wel regelmatig voorbijkomen. Dat kan veel beter en vooral: veel leuker en speelser!

Internaliseren van een visie

Het lezen van een visie is één ding, maar het internaliseren ervan is een hele andere uitdaging. Om bij deze uitdaging te helpen, spelen wij graag met docententeams het Grote Bureau Lente Visie Spel: een kwartetspel waarin belangrijke elementen van de visie deels zijn uitgewerkt en deels door de spelers zelf kunnen worden ingevuld. De onderwijs- of toetsvisie wordt in grof concept door een groepje docenten (en Bureau Lente als projectbegeleider) ontwikkeld en het idee is dat dit grove concept bij docenten terecht komt zodat zij er niet alleen feedback en input op kunnen geven, maar ook aan de inhoud kunnen bijdragen. Het betrekken van het gehele docententeam doen wij dus met ons Grote Bureau Lente Visie Spel dat voor ieder docententeam volledig op maat is gemaakt. Met dit spel wordt het mogelijk complexe (en minder complexe) elementen uit de visie met elkaar te delen en ideeën uit te wisselen om die visie ook werkelijk in het eigen onderwijs of de eigen toetsing te implementeren.

Spel is brandstof voor ons lerende brein – leren gebeurt door te spelen. En spelen is bij uitstek geschikt om complexe problemen te bespreken en op te lossen. En het implementeren van visies, dat hoort wel bij de ‘complexere problemen’ 😊

Een voorbeeld uit een onderwijsvisie:de (concept)onderwijsvisie benadrukt dat goede feedback van essentieel belang is en dat alle docenten daarom superdupergoed feedback moeten geven. Dat feedback belangrijk is, staat als een paal boven water, maar de concrete invulling en toepassing hiervan in het onderwijs, blijft vaak in nevelen gehuld. In het Grote Bureau Lente Visie Spel is daarom ‘Feedback’ als een van de kwartetsetjes opgenomen en zijn er vier kaarten te verzamelen die allemaal iets zeggen over effectieve feedback. Elk setje kaarten beschrijft verschillende manieren om feedback effectief in te richten, met daarbij concrete voorbeelden die docenten direct in hun eigen lessen in kunnen zetten. Wie een kwartetkaart bemachtigt, bedenkt met het kwartetteam nog een praktisch voorbeeld.

En dan een voorbeeld uit een toetsvisie: de (concept)toetsvisie geeft, aansluitend op de onderwijsvisie van de opleiding, aan dat het belangrijk is dat studenten creatief zijn. Creativiteit en toetsing klinkt sommigen in de oren als een tegenstelling, maar dat hoeft niet zo te zijn. Maar je moet wel met elkaar bedenken hoe toetsing dan creativiteit uit kan lokken, en dat zie je juist vaak weer niet in de visie terug: HOE DAN? ‘Creativiteit’ is daarom een van de kwartetsets. De set bestaat uit vier concrete voorbeelden hoe creativiteit door toetsing bevorderd kan worden. En bij iedere kaart bedenkt het team weer zelf een concreet voorbeeld.

De meest indrukwekkende, waardevolle, creatieve, praktische voorbeelden worden opgenomen in de visie, om zo ook een breder draagvlak voor de visie te creëren.

Deze speelse aanpak stimuleert inhoudelijke discussies en prikkelt de creatieve geest om nog meer praktische ideeën te genereren. En uit eigen ervaring weten we dat dit werkt! Spelen lokt een onderzoekende en nieuwsgierige houding en een playful mind uit en door te spelen begint het brein te verdiepen en relaties te leggen. In een omgeving waar ruimte is voor nieuwsgierigheid en het verkennen van onontdekte mogelijkheden, ontwikkelen docenten niet alleen hun vaardigheden, maar ook een dieper begrip van bepaalde concepten. Door de speelruimte te omarmen, boren we de creativiteit aan die nodig is om de uitdagingen van het (nieuw te implementeren) onderwijs en toetsing aan te gaan. Daarom omarmen wij de speelse geest als een waardevolle bondgenoot om toetsing en onderwijs nog verder te verbeteren!

Een rugzak vól nieuwe trainingen (en méér) voor het hbo

Verbreden, verdiepen en opfrissen  

Het is september en iedereen staat weer in de startblokken voor een nieuw schooljaar. Geen beter moment, dachten wij bij Bureau Lente, om ook ons eigen aanbod aan trainingen, leergangen, workshops en adviesdiensten voor het hbo eens tegen het licht te houden om nog beter aan te sluiten op de razendsnelle ontwikkelingen binnen het hbo.

Wat is er dan nieuw?

Duurzame toets- en onderwijsprofessionalisering dankzij modules 

De afgelopen jaren is onze BKE-Direct training uitgegroeid tot een van onze meest geliefde trainingen in het hbo. Steeds vaker zien we echter dat er naast de complete BKE, ook behoefte is aan het verdiepen, verbreden of opfrissen van kennis op specifieke onderdelen. Daarom hebben we belangrijke onderwerpen uit onze BKE-training nu ook modulair vormgegeven. Deze modules kunnen zowel dienen als onderdelen voor een volledige BKE, als in elkaar grijpende puzzelstukjes, maar kunnen ook op zichzelf staan en dan verdiepend of verbredend werken, om daarmee de toetsprofessionaliteit van professionals en teams nog verder te verhogen en te verduurzamen.  

Denk hierbij aan modules als: 

– Van formatief evalueren naar summatief toetsen
– Het ontwikkelen van (single point) rubrics
– Formuleren van leeruitkomsten 
– Beoordelen van toetsing (van product, d.m.v. observatie en/of voeren van assessmentgesprekken) 

De verschillende onderdelen zijn los af te nemen en te volgen, en kunnen ook los gecertificeerd worden, zodat een combinatie van los afgenomen modules ook kan leiden tot een sluitende BKE-certificering. 

De Excellente Examencommissie 
Veel examencommissies hebben de ambitie om een excellente examencommissie te zijn. Ze zijn inmiddels een examencommissie die consistent en transparant haar taken vervult en verantwoordelijkheid neemt, en zij streven ernaar het hele proces van toetsing en examinering naar een hoger niveau te tillen. Bureau Lente kan voorzien in intervisie van de examencommissie, waarbij verdiepend wordt ingegaan op de eigen ingebrachte casuïstiek. Daarnaast kan Bureau Lente ook ingezet worden als ‘critical friend’ of als (extern) lid/voorzitter van de examencommissie.
Ook kan gedacht worden aan hulp bij het maken van een jaarverslag of een kwaliteitsborgingsplan, het opzetten van een onafhankelijke samenwerking tussen examencommissie en de opleiding/MT. 

Voor startende examencommissies en leden blijft uiteraard de Leergang Examencommissie een passende training. Zie hiervoor ook onze website.

SKE en BDB ook modulair
Ook voor de SKE en de BDB geldt dat onderdelen in modules los af te nemen zijn om te komen tot verbreden, verdiepen en opfrissen van kennis.  

Denk bijvoorbeeld aan SKE-modules als: 

– Analyseren en evalueren van de kwaliteit van het toetsbeleid, inclusief het maken van een verbeterplan; 
– Het implementeren van toetsbeleid en -visie;
– Ontwikkelen van een nieuw toetsprogramma.  

Of bij de BDB aan modules als: 

– Ontwikkelen van constructive alignment binnen een module; 
– Motiveren van studenten – evaluatie van de huidige en de gewenste situatie;
– Ontwikkelen en uitvoeren van een mix van activerende didactische werkvormen. 

Generiek of specifiek 
Verschillende van onze trainingen kunnen in meer generieke of juist meer specifieke vorm afgenomen worden. De training Inrichten van Effectieve Feedbackprocessen is bijvoorbeeld een training die zich in de brede zin richt op effectieve feedbackprocessen. Maar we hebben daarnaast ook een training die zich specifiek richt op het inrichten van effectieve peerfeedbackprocessen. Deze opzet is bij meerdere van onze trainingen mogelijk. 

Naast dit nieuwe modulaire aanbod en ons langer bestaande aanbod aan trainingen, introduceert Bureau Lente dit najaar nog een aantal andere nieuwe diensten voor het hbo, zoals: 

Onderzoek naar effecten van onderwijsinnovaties
Onderwijsinnovatie is in sommige opzichten een proces van trial & error. Zelfs als bepaalde innovaties zich al generiek hebben bewezen kan het nog gebeuren dat de resultaten in de praktijk binnen een instelling minder goed zichtbaar zijn of te wensen overlaten. Maar hoe krijg je daar alsnog goed inzicht in? Hoe weet je waar, wanneer en hoe je kunt of moet bijsturen?  Bureau Lente kan dan een onderzoek uitvoeren gericht op het zo goed mogelijk in beeld brengen van de effecten van onderwijsinnovaties. Maatwerkopdrachten volledig gericht op de specifieke situatie van de instelling, maar mét de bredere kennis zoals aanwezig binnen Bureau Lente. 

Procesbegeleiding en critical friend
Bureau Lente kan ook ingezet worden voor grotere en complexere vraagstukken. Denk bijvoorbeeld aan het vernieuwen of verbeteren van het curriculum, het ontwikkelen en implementeren van een toetsvisie, het ontwikkelen van een opzet voor nieuwe opleidingen (bijvoorbeeld ter voorbereiding op de Toets Nieuwe Opleiding). Bij deze vraagstukken kan Bureau Lente ook een rol spelen als procesbegeleider en/of critical friend.  

Het opzetten en begeleiden van leernetwerken en -groepen rond specifieke thema’s 
Uit onderzoek is gebleken dat leernetwerken uiterst effectief zijn als gedurende langere tijd mensen in groepsverband kennis en ervaringen kunnen uitwisselen. Niet alleen binnen de eigen instelling, maar vooral ook in de interactie met andere hbo’s. Met ingang van dit najaar faciliteert en begeleidt Bureau Lente zulke thematische leergroepen.  De thema’s zowel als de groepen zullen afhankelijk van de vraag en de belangstelling worden samengesteld.   

Een nieuw schooljaar!  

Wij zijn er klaar voor en gaan graag met u in gesprek om te kijken op welke manier we ook uw instelling kunnen helpen het onderwijs, toetsen en examineren verder te professionaliseren!  

Terug naar school!

U kent ze wel. Die prachtige beelden van die koeien die in het voorjaar voor het eerst weer de wei in mogen. Huppelend, springend, bokkend, rennend en kwispelend!

Ik weet geloof ik nu wat ze voelen! Want vanaf volgende week mag ik ook weer ‘de wei in’ en het kriebelt aan alle kanten.

Het afgelopen voorjaar en deze zomer gaven we vanuit Bureau Lente alleen maar online trainingen.

Het was – gegeven de omstandigheden – natuurlijk gewoon niet anders. En het went ook. Sterker nog: je wordt er steeds bedrevener in om via Zoom en Teams toch goede en effectieve maatwerktrainingen te geven. De kwaliteit van goede online trainingen benaderen die van de ‘real thing’.

Maar de ‘real thing’ blijft toch ‘the real thing’. De dynamiek van coöperatief leren komt nu eenmaal beter tot zijn recht als je elkaar echt in de ogen kan kijken.

Dus nu we binnenkort weer gewoon naar een school kunnen reizen om daar Coronaproof training te geven … maakt ons trainershart een sprongetje.

Wat zeg ik? Een huppeltje, een bokje, een stuitertje!

Heerlijk!
En ik ben benieuwd hoe een Coronaproof lokaal eruit ziet.
Ik kan niet wachten om weer in de auto te stappen.  
En als ik eruit stap… let op ’t huppeltje…