Programmatisch toetsen & effectieve feedback in mbo

Programmatisch toetsen en effectieve feedback in het mbo

Het was hét thema van het recente congres ‘Toetsen en Examineren in het mbo’: programmatisch toetsen en effectief feedback geven. Deze ontwikkelingen spelen al langer in het hbo maar zijn nu ook ‘doorgebroken’ in het mbo. Met het in werking treden van het herziene onderzoekskader voor het mbo, is het mogelijk geworden om in het mbo op een andere manier het diploma te verantwoorden. De interesse is groot, maar in de praktijk is dit nog niet zo eenvoudig. Want hoe moet je dit dan doen? Waar begin je? Welke vaardigheden vereist dit bij zowel beoordelaars, docenten én studenten? 

Tot nu toe was het in het mbo zo: de student volgt onderwijs en aan het eind wordt het afgesloten met het examen. En het examen moet gewoon voldoen aan kwaliteitseisen als validiteit en betrouwbaarheid. Dit maakt dat de school een diploma van waarde kan afgeven. Nu is er dus een beweging waarbij het mogelijk lijkt om die examinering meer in je onderwijs te integreren.

Veel aandacht op het congres derhalve voor programmatisch toetsen. Wij denken echter dat dit vooralsnog minder goed past bij de praktijk van het mbo. In het mbo doe je namelijk pas aan het eind van het leerproces examen, terwijl je in het hbo op allerlei momenten toetst.

Pragmatische workshops

Vanuit Bureau Lente hebben wij die dag workshops gegeven over effectieve feedback, maar dan wel ingestoken op een manier die specifiek toepasbaar is voor het mbo. Aansluitend op de eigen praktijk. Pragmatisch. Wij hebben daarbij laten zien dat feedback geven tijdens je onderwijs echt iets anders is dan feedback geven achteraf, op een examen.

Hoe werkt feedback geven überhaupt? Hoe zou dat een rol kunnen spelen in je onderwijs? Specifieke opdrachten werden gekoppeld aan een matrix en over die matrix moesten de deelnemers vooral zelf nadenken. ‘Wat doe ik nu waar en wanneer?’

De meeste mensen geven feedback op een product dat al is gemaakt. Bijvoorbeeld: ‘dat pootje staat scheef, dat moet je rechtzetten.’ Dat is concrete feedback. Maar je had ook kunnen zeggen: ‘hoe ben je zover gekomene en wat zou je er zelf nog aan willen verbeteren?
Dan stel je dus alleen maar vragen zodat de student zelf kan concluderen: ‘ Oh ja, ik had het eigenlijk misschien toch liever anders gedaan.’
Van ‘pas dat pootje even aan’ naar zelf nadenken en ‘hoe moet ik dat doen?’
Dat is een behoorlijk grote stap.

Dat was eigenlijk het doel van onze workshop: mensen laten zien waar ze nu staan en laten ervaren dat die zelfregulatie behoorlijk ingewikkeld is. Dat kun je als student pas op een bepaald niveau aan.

Bij alle enthousiaste geluiden over programmatische toetsen en feedback wilden wij de kanttekening maken: kijk eerst maar eens waar je nu staat. We hebben de workshop afgesloten met twee casussen en de vraag: welke feedback kun je nu geven? Dit bleek voor de meeste deelnemers een behoorlijke eye-opener.

Kleine stappen

Het herziene onderzoekskader lijkt dus heel veel ruimte te geven om het allemaal op een andere manier te gaan doen, maar stelt daarnaast nadrukkelijk dat je ervoor moet zorgen dat je diploma’s altijd hun waarde houden. Feedback geven is prima maar wees je ervan bewust hoe je dat nu aan het eind van het proces doet. En dat dit heel anders is dan bij programmatisch toetsen waarbij je continu feedback aan het geven bent.

Programmatisch toetsen voor het mbo: bezint eer ge begint.

Voor het mbo geldt: denk er goed over na en kijk waar de winst met kleine stappen al te behalen is. Gooi vooral het kind niet met het badwater weg. Er liggen al heel goede examens, en toch lopen we nu het risico dat iedereen zelf het wiel opnieuw gaat uitvinden, constructie-ervaring of niet.

Het rigoureus anders verantwoorden van je diplomabesluit is complex en het mbo moet elke keer goed nadenken of de te behalen winst wel opweegt tegen de risico’s die er gelopen worden. Want iets wat in het hbo werkt, is niet automatisch direct geschikt voor het mbo.

We helpen scholen nu bij het vinden van een manier om op een verantwoorde manier elementen aan te passen en het diploma stapsgewijs anders te gaan verantwoorden. En vooral steeds optimaal aansluitend bij de school, de manier van werken, de leerlingen, de docenten en onderwijskundigen.