Is dit nou fraude, of gewoon slim?

Over AI, toetsen en het grijze gebied daartussen 

Tijdens een training ‘Verdieping Examencommissie’ kwam het ter sprake. We hadden het over toetskwaliteit, betrouwbaarheid en wat je als examencommissie precies moet borgen.

Totdat een van de deelnemers zijn hand opstak: “We hadden laatst een student die een examenverslag had ingeleverd waarvan we vermoedden dat het door AI was geschreven. Maar ja… is dat dan fraude? Of is het gewoon slim gebruik van technologie?” 

Die vraag bleef even hangen in de ruimte.  En deze vraag is ook niet zo simpel te beantwoorden.  We raken hiermee de kern van iets groters. 
Want AI is er! En studenten gebruiken het. Wij toch ook? Dus heeft het invloed op de manier waarop we toetsen.  Of we dat nu willen of niet. 

Studenten gebruiken AI. Punt. 
Ik hoor het in alle trainingen. Studenten zetten ChatGPT of andere AI-tools in voor het schrijven van verslagen, het formuleren van antwoorden en het herschrijven van feedback. Soms openlijk, soms stiekem.  

Niet zelden komen begeleiders of assessoren ‘te mooie’ teksten tegen. Perfect taalgebruik of juist taalgebruik dat niet bij de student hoort. Een toon die niet past bij wat je eerder van de student zag. 

En dan komt de vraag: wat is nog van de student zelf? En maakt het uit hoe het tot stand komt, zolang het eindproduct aan de eisen voldoet? 

Wanneer is AI-gebruik bij examens eigenlijk fraude? 
Als een student een examen maakt waarin wordt gevraagd om een persoonlijke reflectie of visie, en hij laat die volledig door AI genereren, dan raken we aan de kern van het begrip ‘authenticiteit’. In zo’n geval is het werk niet meer van de student zelf, en spreken we van onrechtmatig gebruik, dus: fraude. 

Maar de werkelijkheid ligt vaak genuanceerder. Wat als een student AI gebruikt als hulpbron? Om zijn spelling te checken? Om structuur aan te brengen in zijn tekst? Om een opzet te genereren, maar die vervolgens zelf aanvult, wijzigt, verdiept. Dan komt het aan op de vraag: is het eindproduct nog wel aantoonbaar van de student zelf? Net als bij hulp van spellingcheckers of feedback van een stagebegeleider.

Het wordt pas problematisch als het bewijsmateriaal voor de beoogde leeruitkomst niet meer authentiek van de student is.  Dat vereist dus dat we heel scherp moeten zijn tijdens de constructie van de toets. 
– Wat vragen we precies van de student? 
– Op welke manier moet het bewijs laten zien dat de leeruitkomst behaald is? 
–  En: hoe borgen we dat het werk daadwerkelijk van de student zelf is? 

AI als collega in toetsontwikkeling 
AI speelt niet alleen een rol bij studenten!  Ook toetsconstructeurs ontdekken de kracht van deze slimme assistent. Niet als vervanging van expertise, maar als ondersteuning.
AI kan je helpen bij het:
– opstellen van voorbeeldvragen 
– formuleren van beoordelingscriteria 
– herschrijven van instructieteksten 

Soms zelfs nog eerder in het proces: bijvoorbeeld bij het vertalen van een kwalificatiedossier naar een eerste opzet voor een toetsmatrijs. 

En dat roept dus nieuwe vragen op: niet alleen over fraude, maar ook over de manier waarop we toetsen ontwerpen. Het blijft altijd mensenwerk. Maar AI kan wel zorgen voor een vliegende start door informatie te ordenen en je denkproces te structureren. 

En waar blijven wij dan, als toetsprofessionals?  
Want we kunnen er niet omheen: het toetslandschap verandert! Het gebruik van AI door studenten dwingt ons tot een herbezinning op onze toetsvormen.  Als een schriftelijk verslag eenvoudig door een tool gegenereerd kan worden, dan volstaat zo’n toetsvorm misschien niet meer. 

We zien nu al het belang van mondelinge examens, meer praktijkgerichte opdrachten of het toepassen van criteriumgerichte interviews.  Toetsvormen waarbij de student in het moment laat zien wat hij weet, vindt of kan. Dat maakt het afnemen van examens vaak intensiever en tijdrovender, maar mogelijk ook eerlijker en effectiever in deze tijd. 

Tot slot –  een vraag aan jou 

Een deelnemer stelde dus een heel goede vraag: “Wanneer is het fraude, en wanneer gewoon slim gebruik?”  

Mijn antwoord? “Het hangt ervan af.” Misschien een onbevredigend antwoord, maar dat grijze gebied is precies waar we nu zitten. 

AI is niet meer weg te denken. Het vraagt van ons, als toetsprofessionals, dat we opnieuw nadenken over wat we toetsen, hoe we dat doen, en hoe we recht blijven doen aan zowel de student als het leerproces. 

👉 Hoe wordt binnen jouw instelling gesproken over AI en toetsing? En welke keuzes maken jullie al in de praktijk? 

En ja, AI is ook gebruikt als ondersteuning om deze blog te schrijven 😉 

Comparatief kalibreren: samen scherper kijken

Steeds meer opleidingen stappen over op holistisch beoordelen van studentproducten. Mooi, maar ook spannend. Want hoe zorg je er als team voor dat je oordelen goed op elkaar afgestemd zijn?

Bij een hogeschool waar wij recent trainden, hebben ze het roer omgegooid: afstuderen gebeurt er nu op basis van een integrale beoordeling van het eindwerk. En juist omdat holistisch beoordelen vraagt om goede afstemming, zijn we met de beoordelaars aan de slag gegaan met kalibreren.

Het doel? De kwaliteit van de beoordelingen vergroten en borgen door samen in gesprek te gaan over eindproducten van studenten. Niet om één oordeel af te dwingen, maar om gedeelde inzichten te ontwikkelen. We kozen hierbij voor de methode van comparatief kalibreren.

Hoe werkt comparatief kalibreren?

Deze methode werkt als volgt:

  • Je kiest drie studentenproducten (kandidaat A, B en C) uit.
  • Je laat de deelnemers vervolgens de drie producten rangschikken (van laag naar hoog) en hun beoordeling onderbouwen.
  • Zorg dat er drie werkplekken zijn waar meerdere mensen aan kunnen zitten.
  • Laat de deelnemers die kandidaat A als hoogst hadden aan de eerste tafel zitten, deelnemers die kandidaat B als hoogst hadden aan de tweede en die kandidaat C hadden aan de derde tafel zitten.
  • Vraag 1 deelnemer van de lage groep zijn holistische score te onderbouwen, de rest van die groep mag uiteraard aanvullen. Vervolgens vraag je hetzelfde aan iemand van groep B en dan van groep C.
  • Verder gewoon de standaardmethode van kalibreren toepassen. Iedereen mag dus aan het woord komen. Het gaat er nu niet om, om tot 1 oordeel te komen, maar om deze methode van beoordelen en kalibreren te leren.
  • Vraag na afloop of de deelnemers hun score n.a.v. de kalibreersessie hebben aangepast.

Beoordelaars brengen in deze methode hun eigen expertise in. Ze vergelijken de studentproducten op een holistische manier: niet door af te vinken, maar door een totaalbeeld te vormen.

Door daar samen het gesprek over te voeren, ontstaat er iets waardevols: een gedeeld referentiekader. Wat verstaan we binnen dit team eigenlijk onder ‘onvoldoende’, ‘voldoende’, ‘goed’ of ‘uitstekend’?

Die gezamenlijke afstemming leidt tot meer kwaliteit én meer vertrouwen in de beoordeling. Natuurlijk kun je ook meer producten met elkaar vergelijken als dat mogelijk is. Daardoor krijg je een steeds scherper beeld.

Comparatief beoordelen wordt gezien als een valide en betrouwbare methode, vooral voor beoordelen met meerdere docenten (McMahon & Jones, 2015).

Lijkt je dit ook een geschikt manier van kalibreren jullie met je team? Of heb je er zelf ervaring mee?

Ben jij klaar om mbo- en hbo-talenten te laten groeien?

Bij Bureau Lente geloven we in samen leren en ontwikkelen en eerlijk en objectief toetsen en examineren op een manier die praktisch en direct toepasbaar is. Wij werken graag ‘on the job’ en passen de methodes die we onderwijsteams leren, ook zelf toe.

Bij Bureau Lente geloven we in samen leren en ontwikkelen. We trainen onderwijsteams in het mbo en hbo, in valide, betrouwbaar en praktisch toepasbaar toetsen en examineren. Onze aanpak is hands-on: wat we onderwijsteams leren, passen we zelf ook toe.”

Ons motto? We teach what we preach. Alles wat we doen, helpt onderwijsprofessionals om te groeien én die groei verder te verspreiden binnen hun organisatie – net als een olievlek.

Wat maakt ons werk bijzonder leuk?

  • Praktisch en duurzaam: Onze aanpak is pragmatisch en afgestemd op wat écht werkt. Je ziet direct resultaat en helpt teams hun professionaliteit duurzaam te vergroten.
  • Afwisseling en uitdaging: Geen dag is hetzelfde. Van training en coaching tot advies en begeleiding: je werkt aan verschillende projecten voor zo’n veertig inspirerende onderwijsorganisaties in het mbo en hbo.
  • Een persoonlijke en flexibele werkwijze: Je werkt bij opdrachtgevers, maar ook vanuit huis of op kantoor. Daarbij krijg je alle ruimte om jouw aanpak en expertise in te zetten.
  • We leren samen: Bij ons ben je nooit uitgeleerd. Je wordt onderdeel van een team dat actief kennis deelt en altijd op zoek is naar manieren om beter te worden.

Wie zoeken we?

Jij bent iemand die past binnen ons kleine, hechte team en die energie krijgt van impact maken in het onderwijs. Herken je jezelf hierin?

  • Je bent enthousiast en nieuwsgierig. Je bent gedreven om onderwijsprofessionals verder te helpen en denkt altijd mee over hoe het beter kan.
  • Je werkt flexibel. Geen standaardoplossingen, maar maatwerk – dat vind jij leuk.
  • Je hebt oog voor detail en bent leergierig. Of je nu starter bent of ervaren: jij hebt de drive om te blijven leren en te groeien.
  • Ervaring is een plus, maar ambitie telt net zo goed. Heb je al ervaring als trainer of onderwijskundige? Geweldig! Ben je net afgestudeerd of zoek je een carrièreswitch? Ook dan ben je welkom. Wij helpen je groeien naar een toptrainer.

Wat bieden wij jou?

  • Veel afwisseling: Geen dag is hetzelfde en je werkt aan projecten die direct impact hebben op studenten, docenten en teams.
  • Flexibiliteit: Je werkt bij opdrachtgevers, maar ook vanuit huis of op ons kantoor. Jij bepaalt hoe je jouw werk het beste inricht.
  • Teamspirit: We zijn een klein, betrokken team dat altijd samenwerkt en actief kennis deelt.
  • Goede arbeidsvoorwaarden: Een jaarcontract (met uitzicht op verlenging), een passend salaris, reiskostenvergoeding, reistijdvergoeding, pensioenregeling en eindejaarsuitkering.

Interesse?

Zit je al vol ideeën? Wij leren je graag kennen! Stuur je cv en motivatie naar Jeanne Hup via jhup@bureau-lente.nl. Heb je vragen? Neem dan contact op met Jeanne via 06-289 18 797.

Lerend kwalificeren: hype of trend?

De afgelopen jaren is er veel aandacht in het mbo voor lerend kwalificeren (voorheen Anders verantwoorden van het diplomabesluit). Lerend kwalificeren is een vorm van afsluiting van de opleiding, waarbij onderwijsteams gebruikmaken van diverse bewijzen, verzameld tijdens het leerproces van studenten, om beslissingen te nemen over het al dan niet voldoen aan (een deel van de) kwalificatie-eisen (bron: onderwijsenexaminering.nl.). Er wordt dus geen examen gedaan op de traditionele manier met bijvoorbeeld een proeve van bekwaamheid. 

Onlangs was ik op de Conferentie Lerend Kwalificeren in het mbo van het Kennispunt onderwijs en examinering. Hierbij presenteerden Judith Gullikers en Marlies de Vos de onderzoeksresultaten over succesfactoren en struikelblokken van lerend kwalificeren en deelden scholen in workshops hun praktijkvoorbeelden. Uit het onderzoek komen een aantal kritische succesfactoren naar voren:

  1. Een stabiel, enthousiast en robuust team dat met lerend kwalificeren aan de slag wil.
  2. Het hebben van een duidelijke ruggengraat door het curriculum, waarin de werkprocessen (of andere gekozen leeruitkomsten) herhaaldelijk terugkomen en studenten dus als vanzelf meerdere bewijzen kunnen verzamelen en feedback kunnen gebruiken.
  3. De kwaliteit van feedback is essentieel, zowel voor leren als voor beslissen.

Wat mij opviel en herhaaldelijk terugkwam gedurende de dag is ‘bezint eer ge begint’. In het begin van 2021 toen het lerend kwalificeren opkwam was er heel veel aandacht voor en werd het gezien als een wondermiddel… ‘Nooit meer examens afnemen, dat scheelt tijd!’ Inmiddels is duidelijk geworden dat dat geen motivatie moet zijn om met lerend kwalificeren te beginnen. Sterker nog, het kost zeker niet minder tijd, want het is niet alleen een andere vorm van afsluiting van de opleiding, het is vernieuwing die veel dieper ingrijpt op het onderwijs. Zo is de rol van feedback en dus de feedbackgeletterdheid van alle betrokkenen van essentieel belang. Want die feedback heeft een duale functie: lerend en beslissend.  De student ontvangt gedurende zijn opleiding continu feedback om hiervan te leren en tevens is deze feedback nodig om als opleiding een beslissing te nemen of een student voldoet aan (een deel van) de kwalificatie eisen.

Op de conferentie sprak ik veel bekenden van scholen en leveranciers. Wat mij opviel is dat er weinig nieuwe opleidingen starten met het lerend kwalificeren. Dit wordt wel gevolgd, maar men wil of durft er (nog) niet aan te beginnen. Ook op scholen waar wij als Bureau Lente komen om trainingen te geven, komen we weinig opleidingen tegen die hiermee bezig zijn of op korte termijn mee aan de slag gaan. Dat riep bij mij de vraag op of het lerend kwalificeren een hype of een trend is. Volgens van Dale is een trend “ontwikkelingslijn; neiging, richting”. Een hype wordt in hetzelfde woordenboek omschreven als “iets nieuws dat tijdelijk sterk de aandacht trekt, maar weinig voorstelt”. Ik ben er zelf nog niet over uit wat het is. Ik zie zeker veel potentie voor lerend kwalificeren mede door de kracht van kwalitatief goede feedback, maar of dit een olievlekwerking heeft of toch een hype blijkt te zijn weet ik nog niet. Wat denken jullie?

De Staat van het Onderwijs 2024

Samen met mijn collega Inge de Jager waren we aanwezig bij de jaarlijkse presentatie van de Staat van het Onderwijs tijdens een congres in DeFabrique in Utrecht op 17 april. Deze werd dit jaar uitgereikt door Ria Westendorp, waarnemend inspecteur-generaal van het Onderwijs. Naast de presentatie van het rapport waren er diverse workshops en activiteiten rondom verschillende thema’s uit De Staat van het Onderwijs 2024. Elk jaar lijkt de publiciteit rond het rapport verder toe te nemen en ook dit jaar kon iedereen weer via een livestream kennisnemen van de presentatie.

We weten dat het onderwijs in zwaar verkeert, de basisvaardigheden achteruit gaan en er een tekort aan leraren en schoolleiders is. Dus waarom er toch naartoe gaan? Omdat ik altijd op zoek ben naar inspiratie, wil weten wat de laatste ontwikkelingen in onderwijs en examinering/afsluiting zijn en natuurlijk ook omdat dit een plek is waar je mensen met een gedeelde passie voor onderwijs kunt ontmoeten.

Onderzoek naar Kwaliteit

Uit onderzoek van de Inspectie (2023) naar de kwaliteit van scholen blijkt dat er nog steeds veel scholen en opleidingen (80%) het onderwijs van de basisvaardigheden op orde hebben en het lerarentekort er klein is. Deze scholen dragen zorg voor kansengelijkheid, bieden kwetsbare leerlingen extra ondersteuning aan, hebben aandacht voor het welbevinden van leerlingen en studenten en bieden kansen op goede doorstroom van hbo naar wo. Hoe mooi is het als deze best practices worden gedeeld. Maar of dat voldoende is, betwijfel ik. Structurele financiering en niet afhankelijk zijn van subsidies helpen om docenten blijvend aan je te binden. Estland lijkt het goed op orde te hebben, lees ik. En daar begint het toch echt bij een op leraren gericht beleid.

Professionalisering

Professionalisering trekt natuurlijk altijd mijn aandacht. De inspectie ziet dat er scholen en opleidingen zijn met een effectieve aanpak van professionalisering, waardoor elke docent goed toegerust voor de klas staat. Door professionalisering kunnen onderwijsprofessionals beter worden in hun werk en dat kan de onderwijskwaliteit en leeruitkomsten voor leerlingen en studenten verbeteren. Dit geldt voor leraren (Sims et al., 2021), maar ook professionalisering van andere onderwijsprofessionals zoals schoolleiders, opleidingsmanagers of bestuurders kan hieraan bijdragen (Schenke et al., 2022). Door effectief te professionaliseren werk je niet alleen aan de kwaliteit van het onderwijs maar bind je leraren en docenten aan je school.

Leraren ervaren veel autonomie bij scholingskeuze

Voor de meeste leraren en docenten is de eigen leerbehoefte of interesse de belangrijkste aanleiding om deel te nemen aan professionaliseringsactiviteiten. Mbo-docenten noemden in gesprekken dat ook ontwikkelingen in het bedrijfsleven een aanleiding kunnen zijn. Leraren en docenten ervaren veel vrijheid bij de keuze voor een activiteit: het initiatief tot scholing komt maar in beperkte mate vanuit de schoolleiding.

Effectiviteit van professionalisering

Uit onderzoek blijkt ook dat professionalisering effectiever kan waardoor professionaliseringsactiviteiten een grotere bijdrage leveren aan het onderwijsproces. Dit kan door de activiteiten beter aan te laten sluiten bij de doelen van de school en door de activiteiten te evalueren. Om tot onderwijsverbetering te komen, moet het professionaliseringsproces minder vrijblijvend zijn en prioriteit krijgen. Een stimulerende leercultuur en een ondersteunende leidinggevende helpen om de effectiviteit van professionalisering te vergroten volgens leraren, schoolleiders en bestuurders. Met een helder beleid kunnen besturen het professionaliseringsproces binnen scholen en opleidingen faciliteren en borgen. Vooral in het Hoger Onderwijs is helder dat professionalisering gefaciliteerd en gestimuleerd moet worden. Ook wij merken dat veel deelnemers tijdsdruk ervaren, en niet alleen in het Hoger Onderwijs maar ook in het mbo.

Zorg voor beleid en een stimulerende werk-leercultuur

Als je dus wilt dat scholing effectief is zorg er dan voor dat er tijd en ruimte wordt vrijgemaakt voor professionalisering, stel prioriteiten en volg het op. Professionalisering moet je dus niet af en toe hap snap doen, maar onderdeel laten zijn van beleid, zorg voor een langetermijnperspectief en een stimulerende werk-leercultuur. Mijn collega Inge de Jager heeft hier een mooie blog over geschreven: De waarde van Samenwerkend Leren.

Succesfactoren volgens de leraren en docenten

Leraren en docenten noemden een aantal succesfactoren voor professionalisering die zij als effectief ervaren (Inspectie van het Onderwijs, 2024n). Zo noemden zij professionalisering op maat. Daarbij sluit de inhoud van de activiteit aan op hun kennisniveau en is het direct toepasbaar in de praktijk. Ook noemden zij leren door te doen, vooraf helder communiceren over het doel van de training en samen met collega’s leren en daarbij ervaringen kunnen delen als succesfactoren. Daarnaast benoemden zij leren door vanuit andere perspectieven te kijken. Hiermee bedoelen ze bijvoorbeeld andere scholen of instellingen bezoeken, maar ook het observeren van een collega of gesprekken voeren met iemand uit een ander vakgebied.

Wat neem ik mee van de Staat van het Onderwijs?

Uit de Staat van het onderwijs en het congres word ik bevestigd in wat ik zie bij onze scholen en deelnemers. Het is heel stimulerend voor deelnemers als ze zelf invloed hebben in wat ze mogen kiezen. En als docenten verplicht op training moeten, omdat het beleid is dat je om de drie jaar geschoold moet zijn in je assessorrol bijvoorbeeld, zien we dat deelnemers het toch zinvol vinden, doordat ze op maat een training krijgen aangeboden die toepasbaar is in hun eigen praktijk. De opleidingsmanager moet dan natuurlijk wel weten wat de behoefte is van de docenten uit het team. Dus maatwerk moet het liefst afgestemd worden met de deelnemers zelf. En heel soms gaat in die afstemming helaas mis.

Het doel van de professionalisering moet helder zijn en de inhoud passend bij de eigen werkzaamheden van de docenten. Door te professionaliseren met leden van je team kun je goed met elkaar op één lijn komen. En door te scholen met deelnemers van andere opleidingen kom je op nieuwe ideeën. Zo stimuleren en leren deelnemers van elkaar door te kijken vanuit andere perspectieven. Het mooie van mijn vak is dat met professionalisering je verschil kunt maken. De docenten zijn beter in staat hun taken goed uit te voeren waardoor studenten een goede opleiding volgen met als resultaat een diploma van waarde.

De Staat van het Onderwijs 2024 en de deelrapporten voor mbo en ho zijn op de site van het ministerie van onderwijs te downloaden.

Transformeer je Onderwijs met Effectieve Peerfeedback

De afgelopen maanden ben ik helemaal ondergedompeld in mijn afstudeerthesis (master Onderwijswetenschappen aan de OU) en eet, droom en denk ik bijna alleen nog maar aan peerfeedback 😊. Peerfeedback is een zeer waardevol en krachtig leermiddel, mits effectief ingezet. Het is belangrijk om feedback in het algemeen en peerfeedback in het bijzonder veel meer te zien als een proces dan een product. Peerfeedback is een dynamisch proces dat gericht is op het transformeren van het leerproces van studenten (Winstone & Carless, 2020).

Van onschatbare waarde voor de leerprestaties

Effectieve peerfeedback heeft bewezen van onschatbare waarde te zijn voor de leerprestaties van studenten. Het biedt niet alleen een fris perspectief vanuit de medestudenten, maar stimuleert ook een actieve betrokkenheid bij het leerproces. Maar waar docenten nog regelmatig tegenaan lopen: het effectief implementeren van peerfeedback is nog best een uitdaging.

Uitdagingen

Een van de grootste uitdagingen is het feit dat studenten peerfeedback vaak onvoldoende waarderen, ondanks de overduidelijke voordelen. Dit komt vaak doordat peerfeedback nog lang niet altijd effectief ingezet wordt. Daarom heb ik, met als mijn onderzoek als fundament, voor mijn werk bij Bureau Lente, de training ‘de PeerfeedbackMaster’ ontwikkeld. Deze training biedt docenten handvatten om hun peerfeedbackproces zo effectief mogelijk in te zetten. In de training maken docenten een ontwerp dat direct in het eigen onderwijs is in te zetten.

Eerste resultaten

Verschillende docenten van verschillende hogescholen doen mee aan mijn onderzoek en uit de eerste resultaten die nu binnenkomen, is al te zien dat het goed inrichten van een effectief peerfeedback zijn vruchten afwerpt en studenten peerfeedback niet alleen meer waarderen, maar zich ook hebben verbeterd in bijvoorbeeld kritisch denken en het inzetten van sociale vaardigheden. Ook de deelnemende docenten zijn heel positief over hun nieuwe peerfeedbackproces en merken dat studenten niet alleen beter worden in peerfeedback geven en ontvangen, maar ook dat de kwaliteit van hun werk enorm verbeterd.

Het is zo leuk om te zien dat iets wat ik zelf vanuit mijn onderzoek ontwikkeld heb, zo positief ontvangen wordt door docenten én studenten!

Wat kun je verwachten als PeerfeedbackMaster in spe:

Vaardigheden voor peerfeedback: je leert strategieën voor het inrichten van een effectief peerfeedbackproces, en je ontvangt praktische tips en tools om peerfeedback in je onderwijspraktijk te integreren.

Interactieve sessies: je werkt en spart samen met collega’s om peerfeedback in de praktijk van de opleiding te brengen.

Onderzoeksgedreven benadering: onze training is gebaseerd op de nieuwste wetenschappelijke inzichten en best practices.

Omarming van peerfeedback: de training geeft daarbij niet alleen handvatten, maar helpt ook om een cultuur te creëren waarin peerfeedback wordt omarmd.

Mijn onderzoek loopt nog het gehele schooljaar, dus de meeste resultaten moeten nog binnenkomen, maar ik verwacht dat ook deze veelal positief zullen zijn. Ik hou jullie op de hoogte!