Het is zover: per 1 augustus is de Onderwijsinspectie voor het mbo overgestapt van Onderzoekskader 2017 naar Onderzoekskader 2021. Een van de meest in het oog springende veranderingen is die in de gehanteerde terminologie. We gaan van Examinering en Diplomering (ED1, 2 en 3) naar Borging en Afsluiting (BA1 en 2). Maar zijn dan alleen de labels veranderd?
Kwaliteit uitbouwen
Inspecteur-generaal van het Onderwijs, Alida Oppers zegt: ‘Besturen zijn al lange tijd verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs. Die verantwoordelijkheid wordt nu verder uitgewerkt. Ook hebben we een duidelijker onderscheid gemaakt tussen onze opdracht om enerzijds de onderwijskwaliteit te waarborgen en aan de andere kant besturen te stimuleren om de kwaliteit verder uit te bouwen. Dat eerste doen we op basis van wettelijke eisen, bij het tweede gaan we uit van de eigen ambities van het bestuur.’
Die ambities spelen een belangrijke rol en besturen zullen daar ook op afgerekend worden. Het onderwijstoezicht heeft daarbij twee doelen: waarborgen dat alle leerlingen en studenten in Nederland onderwijs van voldoende niveau krijgen, en stimuleren dat het onderwijs beter wordt waar dat nodig is.
- Maar wat betekent het bijgestelde kader voor de examencommissies en onderwijsteams?
- Hoe borgen we de kwaliteit van bewijzen?
- Hoe moet je als examencommissie evalueren?
- Hoe zien examencommissies toe op opvolging van verbeteracties?
- Wat betekent dit voor de onderlinge relaties van teams, examencommissies en bestuur/directie?
In de basisomschrijving van de gestelde eisen zien we natuurlijk veel herkenbare elementen terug:
BA1. Borging Diplomering
Aangepaste trainingen
De doelstellingen zijn ambitieus, en we zien als Bureau Lente zeker kansen om hiermee ook examencommissies en onderwijsteams verder te professionaliseren. We vinden het een positieve ontwikkeling dat teams nu ook andersoortige bewijzen, bijvoorbeeld opgedaan in de beroepspraktijk of het onderwijs, mogen meenemen voor de diplomering.
De teams moeten dan wel goed nagaan of de bewijzen valide, betrouwbaar en transparant zijn, dus voldoen aan de kwaliteitseisen. Hier gaat het dan om de nieuwe term Afsluiting. De Examencommissies op hun beurt moeten goed bedenken hoe ze dit zorgvuldig en verantwoord moeten borgen. De taak voor de examencommissie blijft gelukkig deugdelijke borging van de kwaliteit van diplomering en examinering.
Ook het uiteindelijke doel van examinering en diplomering blijft ongewijzigd: met het onderwijsteam en de examencommissie ervoor zorgen dat studenten kunnen afsluiten met een waardevol diploma. Hoe het gewijzigde kader precies zal uitpakken zullen we in de praktijk moeten zien. Wij zijn er al volop mee bezig en hebben daar in onze trainingen en begeleiding van zowel examencommissies als onderwijsteams ook extra ruimte voor ingebouwd.